Het is gekkenwerk, wie verzint zoiets om 470 km te fietsen in twee dagen
HELVOIRT – 5 september 2023. Parijs – Eindhoven in twee dagen op de fiets telt 470 slopende km en is afzien weet inmiddels Jeroen Pijnenburg (1982) Â uit Helvoirt.
Hij wilde het eens meemaken hoe dat zou gaan om heuvels  te beklimmen en grote afstanden te fietsen. Hij weet inmiddels wat afzien is of bezig zijn met gekkenwerk. Wie bedenkt zoiets. Niet alleen de fiets maar ook het lichaam wordt op de proef gesteld.   Alles wat pijn doet begint na verloop van tijd te protesteren. Een verslag van de tweedaagse op vrijdag en zaterdag 1 en 2 september 2023.
Link naar foto van deelnemer Jeroen Pijnenburg uit Helvoirt. KLIK HIER (Eerste renner vanaf links)Â
De wekker rammelt om half vijf in de morgen van vrijdag 1 september en wekt een peloton van 65 wielrenners in een voorstad van Parijs, Bussy – Saint – George.  Gelijktijdig staan zes motorrijders op en zes begeleiders die allemaal de laatste hand leggen aan hun outfit voor de tocht der tochten om in twee dagen 470 km te fietsen. En dat voor het goede doel van KiKa (Kinder Kanker). Een fietstocht ooit begonnen als teambilding van werknemers bij een automatiseringsbedrijf. Nu voor de 20ste keer.
Om 6.30 uur klinkt het startschot in de pikdonkere nacht. De motorrijders voorop om het verkeer stop te zetten bij de kruispunten van wegen en de ontelbare rotondes. Als een lichtslang zo beweegt het omvangrijke peloton over de Franse wegen. Na een uur is de verplichte verlichting niet meer nodig. De aandacht blijft  wel nodig bij een dergelijke spannende onderneming met deelnemers uit wel tien  landen in en buiten Europa.
Nog vijf minuten
Na 75 km is er een geplande stop bij een uitbater die de koffie al inschenkt terwijl de renners een plaatsje zoeken voor hun racefiets op het parkeerterrein van het café. Voor alle deelnemers en “hulptroepen” liggen  gesmeerde stokbroden klaar als eten. De fietsenmakers komen handen te kort om te voldoen aan alle verzoeken van technische aard. Eten en drinken krijgen deze technische mensen van een assistent die ze moet voorzien van koffie, brood en fruit. Er klinkt een fluitsignaal met daarachter een luidkeels geroep: Nog vijf minuten. Iedereen van de groep weet dat ze zich moeten opstellen en slechts heel snel hun drinkbidon nog kunnen vullen. Elke pauze duurt 20 minuten.
De eerste etappe telt die dag 250 kilometer. Over geasfalteerde wegen, over koppel-stones, waar de Nederlanders spreken over kinderkoppen. Over wegen met grote gaten die zorgen voor de nodig lekke banden. De deelnemers vrezen voor hun balhoofden bij het gebonk op de kinderkoppen. Anderen vervloeken de steeds slopende beklimmingen die men stapvoets tot aan de top moeten overwinnen. De vraag is hoelang men het volhoudt. Opvallend zijn de prestaties van de dames deelnemers. Een enkeling krijgt steun van een ervaren klimmer anderen sluiten eenvoudig aan bij de soepele klimmers.
Na drie pauzes met tussenafstanden van ongeveer 75 km zet de groep zich in beweging voor de laatste etappe van bijna 50 km. Bij het passeren van de Frans – Belgische grens gaan Belgische gendarmes aan de kop van het langgerekte peloton rijden  Zij loodsen de karavaan door Mons (Bergen) in het Belgische land. Tot midden in het centrum van deze fraaie stad. Daar verblijven de avonturiers in een jeugdherberg.  Zij proberen daar hun natte schoenen te drogen vanwege een fikse regenbui van een paar uur eerder op de dag.
Armen als stokbroden
De klok van een statige verlichte kerk geeft op zaterdag 2 september zeven uur aan. Een fluitsignaal zet de karavaan weer in beweging op weg naar de laatste 220 km op dag twee van de tweedaagse. Begeleid door de gendarme, tot buiten de stad,  gaat het door de Belgische stad die ontwaakt. Stramme benen en pijnlijke ruggen geven signalen af dat er geen eenvoudige fietstocht in het verschiet ligt. Het geklaag is begonnen. “Mijn armen voelen aan als stokbroden, mijn vingers lijken wel spijkers en ik denk dat de remblokken zijn versleten.” Het remmen van daags te voren tijdens de regenbui eist zijn tol. De grip van de remblokken is afgenomen. Je wordt er onzeker van.
Medaille
De laatste hellingen zien de meeste deelnemers liever niet maar verschijnen gedurende de tweede dag. Men zit af te tellen. Twee pauzes geven enigszins wat rust voor de pijnlijke lichaamsdelen van de voeten tot aan de nek.  Bij de laatste 20 km tellen de vermoeide fietsers elke kilometer af. Van 20 naar  10 km. De eindstreep is in zicht. Die ligt bij het Evoluon in Eindhoven. Familie staat de kanjers op te wachten. Een muziekformatie zorgt bij binnenkomst voor een muzikale huldiging. Elke deelnemer geniet op zijn of haar manier het volbrengen van deze imposante fietstocht voor het goede doel. De renners vechten tegen de slijtage van slopende kilometers. Zij zamelen daarmee geld in voor noodzakelijke hulp voor ouderen en kinderen die vechten tegen de gevreesde ziekte kanker. Die mensen willen verder leven. De volhouders krijgen een medaille als stille getuige voor hun afzien en doorzettingsvermogen.
Voor Jeroen Pijnenburg uit Helvoirt geen tweede kans. Het is de twintigste en laatste editie van de ATOS-TOUR. Garagehouder Pijnenburg: “Ben blij met mijn ervaring en dat het is gelukt. Voor mij hoeft nu geen tweede keer. Maandag en volgende dagen ga ik in Den Bosch proberen auto’s te repareren.”
Bron: Deelnemer Atos Tour
1 Comment