





Tachtig jaar na bevrijding oorlogswapens in Helvoirt teruggevonden

HELVOIRT – 22 februari 2025. Tachtig jaar na de bevrijding van Helvoirt in 1944 vindt Emmy Schilders uit Oisterwijk, kleinkind van oorlogsslachtoffer Bart Pijnenburg uit Helvoirt een bajonet en riem met het SS-symbool bij opruimen van een woning van haar oom in Helvoirt.
Op zoek naar oorlogsverhalen maakte Helvoirt.Net een geheim van de plaatselijke melkboer bekend rond zijn ontberingen ondergaan tijdens zijn gevangenschap in meerdere kampen van de Duitse overheerser. Het vinden van de levensbedreigende hulpmiddelen in de tweede wereldoorlog is reden hierover een tweede artikel aan te wijden.
Het was amper bekend buiten de familieleden. Bart Pijnenburg, een voormalig melkboer uit Helvoirt, zat ruim 18 maanden opgesloten in tal van gevangenissen en oorlogskampen vanwege hulp aan een Duitse soldaat die wilde stoppen met de oorlog. Het Rode Kruis bevrijdde hem uit de uitzichtloze situatie in het vernietigingskamp Mauthausen in Oostenrijk. De toen 23-jarige vermagerde en gesloopte Pijnenburg is op 4 mei 1944 in een noodhospitaal in Oudenbosch met een trein aangekomen. Er waren drie maanden nodig om hem enigszins zelfstandig de draad van het leven op te laten pakken. Niet alleen zijn vader maar ook zijn broers herkenden de pechvogel bij het eerste bezoek niet. Alleen een zwakke stem zorgde voor enige herkenning.
Door een eerder artikel op Helvoirt Net over de ontberingen kwamen talrijke feiten boven tafel welke nooit eerder over de keukentafel rolden. Opa Christ Pijnenburg versleet bijna een stel klompen om wekelijks een kaars aan te steken bij Maria in de Sint Janskathedraal te ’s-Hertogenbosch.


Volgens zeggen sloeg hij geen enkele zondag over en was heilig overtuigd dat zijn zoon Bart terug zou komen ondanks een gemis van ruim achttien maanden. Na de oorlog, in 1955 is Bart Pijnenburg bij zijn broer als melkventer gaan werken.
Gedurende 18 jaar bezocht hij de inwoners van Helvoirt met zijn melkwagen. Nooit maakte hij klanten van hem deelgenoot van zijn schrikbarende ervaringen. Uiteindelijk overleefde hij ternauwernood het vernietigingskamp Mauthausen. Over dit kamp zijn de gruwelijkste verhalen na de oorlog op papier gezet. Duizenden Europeanen zijn daar gemarteld, uitgehongerd, gedood en verbrand.
Geschiedenis
De geschiedenis van de opsluitingen in de diverse kampen bracht Bart Pijnenburg naar talrijke kampen en gevangenissen verspreid over heel Nederland. Kamp Vught is het eerste kamp van opsluiting achter de prikkeldraad. De kalender geeft 28 januari 1944 aan. Daar vertoeft de jongeman een paar dagen. Van 01 februari tot en met 13 mei 1944 zit Pijnenburg in ’s-Hertogenbosch opgesloten. Scheveningen is de volgende halte waar de man uit Helvoirt naar toe moest. Hij verblijft daar tot 28 september 1944. Scheveningen is ook wel bekend onder de bijnaam van Oranjehotel. Daar zaten gevangenen voor verhoor en berechting. Meestal opgepakt voor handelingen die de Duitse bezetter als overtreding zag.
Utrecht is de volgende plaats waar Pijnenburg naar toe moest. Tot 21 november 1944. De volgende locatie waar hij aan de tand werd gevoeld of moest werken is Groningen. Hij zit daar opgesloten tot 18 januari 1945 tijdens de hongerwinter. Hij zit dan al een jaar in verschillende gevangenissen opgesloten. Hierna moet Pijnenburg twee dagen op transport naar Oraniënburg (Duitsland) en verblijft daar tot 4 februari 1945. Dan gaat hij weer op transport. Maar deze keer voor welgeteld 7 dagen tot 11 februari 1945 naar Mauthausen (Oostenrijk). Daar verblijft de zoon van echtpaar Pijnenburg – Van Wijk tot aan 28 april 1945. Daar moet hij hard werken bij de aanleg van een spoorlijn naar Armstetten. Dit was een buitenkamp van Mauthausen. Alleen sterke krachten komen in aanmerking mee te werken aan de aanleg van een spoorlijn. Daarbij stranden veel gevangenen die de ontberingen niet overleven. Maar ook vanwege het gevaarlijke werk: het sjouwen van de spoorstaven.
Noodhospitaal
Het Rode Kruis Zwitserland zet op 28 april 1945 de poorten open voor de gesloopte gevangenen waarvan je hun ribben kan tellen vanwege de ondervoeding. Op 4 mei 1945, de dag van de huidige herdenking van de oorlogsslachtoffers, reist Pijnenburg naar Oudenbosch en krijgt een bed in een noodhospitaal. Daar verblijft de pechvogel tot 13 juli 1945, welgeteld twee-en-een halve maand om aan te sterken. Door hulp van een verpleegzuster uit het noodhospitaal in Oudenbosch is er een ontmoeting tussen Bart Pijnenburg en vader Christ Pijnenburg. Er zijn geen gegevens bekend hoe de negen broers en enige zus hun “verloren” broer voor het eerst na 18 maanden in hun armen konden sluiten. De Duitsers hadden alle vervoermiddelen meegenomen voor hun terugtocht naar die Heimat. Zelfs tast men in het duister hoe moeder Jans Pijnenburg- Van Wijk haar zoon Bart een knuffel kon geven. Bronnen in Helvoirt weten te vertellen dat Toon van der Heijden uit Helvoirt in die tijd al een auto had en is met moeder Jans Pijnenburg naar Oudenbosch gereden. Andere bronnen spreken dit tegen.
Jeannette Schilders-Pijnenburg kan er niet over uit. Zij is een van de vijf kinderen van Bart Pijnenburg en Sientje Vugts uit Helvoirt. Zij vertelt: “Het is bizar wat we op dit moment ervaren zo rond de herdenking van 80 jaar bevrijding in Brabant. Mijn vader is dit jaar ruim 40 jaar dood en stierf op 62-jarige leeftijd. De laatste weken in ons midden heb ik hem samen met mijn moeder verzorgd. Zijn kampschoenen moest ik goed bewaren vertelde hij mij. Er is nooit aandacht geweest voor zijn onthutsend verleden na zijn hulp aan een Duitse soldaat die hij voorzag van Nederlandse kleding. Die soldaat wilde als deserteur terug naar Duitsland.”
Nooit overgesproken
Jeannette Schilders gaat verder: “Door verhuizingen binnen de familie en een sterfgeval duikt plotseling een bajonet op met een riem en het logo van het gevreesde SS-leger. In feite krijgen we het in de schoot geworpen. Want ook dat oorlogstuig van bajonet en riem is nooit ter sprake geweest. Juist die bajonet is historisch. Mijn vader verstopte het onder het dak van het bakhuis dat achter het woonhuis aan de Udenhoutseweg in Helvoirt staat. Het dak is nu bedekt met pannen en heeft geen rieten kap. Alleen mijn vader was ervan op de hoogte. Nooit één woord oververteld. En nu komt dat dodelijke wapen ineens in beeld. Dankzij de alertheid van onze dochter Emmy een kleinkind van mijn vader Bart Pijnenburg. Ik vind dit zo uitzonderlijk. Nu ik het op een rijtje zet trilt mijn lijf helemaal. Het is ongelofelijk zodra je de feiten op een rijtje zet in je gedachten. De vreselijkste zaken meemaken in de oorlog en er nooit over praten. Voor mij onbegrijpelijk”
Er stond een hakenkruis op!
Emmy Schilders kwam bij het opruimen van de woning van haar oom Christ eerst de bajonet tegen en later de riem. Vanwege de jarenlange invloed van het opgeborgen zijn in een doos, zag ze niet direct wat het was. Toen ze de gesp afstofte stond de wereld even stil. Er stond een hakenkruis op! Emmy Schilders: ”Beide zaken bracht ik naar mijn ouders. Mijn vader wist meteen wat ik gevonden had. Hij kende het verhaal en begon met vertellen. Door de vondst van de bajonet en de riem werd er letterlijk en figuurlijk nieuw leven geblazen in het verhaal van Opa Bart. Emmy vertelde erover aan haar kinderen Jurre (8) en Noor (6). Vooral zoon Jurre bleef vragen naar verhalen over de oorlog. Waar ging Opa Bart naar toe? Hoe sliep hij dan? En wat at hij? Waarom ging hij zo vaak naar een ander kamp? En hoe is hij ooit weer naar huis gekomen? Het zijn allemaal vragen welke lang niet allemaal te beantwoorden zijn.”
Vragen zijn er ook over hoe het mogelijk is dat het geweer, de bajonet, en de riem ruim 18 maanden in het rietdak verstopt heeft gezeten zonder te zijn opgemerkt. Toen de deserteur in Duitsland was opgepakt moest hij In Helvoirt de persoon aanwijzen die hem hielp met andere kleren. Hij wees Bart Pijnenburg aan als schuldige die op zijn beurt dat tegensprak. Het oorlogsgereedschap zat toen al een jaar verstopt in het rietdak. Vreemd ook dat de riem en bajonet de hele tijd verborgen bleven in het rietdak, totdat Bart na zijn ontberingen weer thuis kwam op de Udenhoutseweg in Helvoirt.
Mag nooit meer gebeuren
Door de vondst en de aandacht ervoor in de media, kwam het verhaal van Opa Bart ook op de basisschool van zijn achterkleinkinderen terecht. Juffen en meesters hebben het verhaal van de overgrootvader van Jurre en Noor gelezen en gaven er aandacht aan in de klas. Ook bleek er nog een kind op school met een overgrootvader met een oorlogsverhaal. Door de vondst en het vertellen van verhalen worden ook andere verhalen aangewakkerd om te worden verteld. Het doorgeven van deze verhalen is zo ontzettend belangrijk. Zeker bij de allerjongsten onder ons. Door te vertellen houden we de herinneringen en de lering eruit levend: dit mag nooit meer gebeuren.”

In haar jeugd schreef de Oisterwijkse Emmy Schilders haar profielwerkstuk over de rol van Frits Philips op Kamp Vught. Ze presenteerde haar werkstuk op de locatie van het huidige Kamp Vught voor belangstellenden, haar docent en 25 klasgenoten. Voor haar was Kamp Vught bekend terrein door eerdere bezoeken met de familie. Het was het oorlogsverhaal van opa waardoor ze voor dit onderwerp van haar werkstuk koos. In Kamp Vught begon de ellende van haar Opa. En ook nu blijft ze het verhaal delen met de generatie na haar. Zo blijft de herinnering aan haar opa levend.
Emmy Schilders legt uit: ”Dit jaar vieren we 80 jaar bevrijding: de reden dit verhaal van Bart Pijnenburg onder de aandacht te brengen. Onze vrijheid is niet vanzelfsprekend. Het is nog maar 80 jaar geleden dat wij, doodgewone dorpelingen, werden opgeschrikt door de Duitse bezetter. Bart is de enige uit zijn dorp die de oorlog in concentratiekampen heeft gezeten, maar menig familie zal er zijn eigen verhaal over kunnen vertellen. Ik wil jullie aanmoedigen dit te doen. Vertel erover, om de mensen die het hebben meegemaakt te eren, om je eigen vrijheid te waarderen én omdat wij de lering niet mogen vergeten. “

De Duitse deserteur heeft maar een jaar van zijn vrijheid kunnen proeven. Leden van de SS zijn met hem bij Bart Pijnenburg thuis geweest. Daar wees de deserteur Bart Pijnenburg aan als “leverancier” van de Hollandse kleren. Bart Pijnenburg hield voet bij stuk. De Duitse soldaat had hij nooit eerder ontmoet. Bart Pijnenburg werd gearresteerd en opgesloten achter de prikkeldraad in Kamp Vught. In anderhalf jaar tijd stond de man uit Helvoirt meermaals met een been in zijn grafkist. De bevrijding in mei 1945 redde hem van de dood. De Duitse deserteur kreeg ver voor de bevrijding buiten Helvoirt de kogel. Stille getuigen kwamen tachtig jaar na de bevrijding boven tafel. Het grootste geheim nam Pijnenburg mee in zijn graf toen hij de strijd tegen de kankercellen verloor. Een ongelooflijk verhaal.
Christ Pijnenburg Aertzoon.

4 Comments