Slider1
slider2

Stilstaan bij 60 jaar Pomphuiske

HELVOIRT – 29 september 2025. Zo’n honderd aanwezigen stonden zondag in het HelvoirThuis stil bij het zestigjarig bestaan van het Helvoirtse maandblad ’t Pomphuiske.

De redactie had een talkshow georganiseerd met als thema ‘Het DNA van Helvoirt’.

Huub de Lange interviewde tafelgasten: Harrie van Hal en Antoon van de Ven, de laatste wethouders van de tot 1997 zelfstandige gemeente Helvoirt. Andere gasten: ondernemers Corine van Strien, Monique van Dorp en Marjolein Moelands, naast ‘terugkeerder’ Harm van Iersel. Een gesproken column werd voorgelezen door Sander Wieringa. (zie hieronder) Muzikale onderbrekingen kwamen van het Helvoirtse muziekgroep BeKaAnt.

Wat zien zij als het DNA van Helvoirt? Uit de gesprekken kwamen als typische kenmerken voor de Helvoirtenaren: saamhorig, ondernemend, eigengereid. Maar ook zorgzaam, actief, betrokken en af en toe best stug: we doen het hier op ónze manier. Er werd gewezen op de vele (42) verenigingen en clubs, de talloze vrijwilligers, het mooie onderwijs en dat het dorp vrijwel alles te bieden heeft wat je je als inwoner kunt wensen.

Met Jan van Balkom werd teruggekeken op 60 jaar Pomphuiske. Jan zat 45 jaar in de redactie waarvan decennia als drijvende kracht. Hij zei dat het maandblad echt een contactblad werd en het dorp in zijn eigenheid bij elkaar hield. Jan maar ook alle medewerkers werden met groot applaus bedankt voor hun inzet.

Bron: Helvoirtnet

Wat is het DNA van Helvoirt?

Onderstaande gesproken column werd voorgelezen door Sander Wieringa bij de talkshow 60 jaar Pomphuiske, op 28 september in het HelvoirThuis.

Je genen en je DNA ontstaan door eeuwen van erfelijkheid. Eeuwen geleden was Helvoirt een straatarm gehucht. In een oorkonde uit 1492 van de hertog van Brabant staat: “De ingezetenen van het dorp van Helvoirt zijn ernstig in nood; het dorp is zeer klein en de meeste gronden behoren toe aan de ingezetenen van onze stad ‘s-Hertogenbosch; de dorpelingen hebben groot gebrek aan brandstof en hout omdat zij ver van het bos wonen.” Dus: Helvoirt 400 jaar geleden: armoei troef, honger en kou.

Wat dat bos betreft: het huidige bos van de Drunense Duinen was tot rond 1900 helemaal nog geen bos maar een kale schrale heide, ’s winters drassig. De grond daar was nauwelijks geschikt voor teelt: ‘klaor klapzand’. De beekdalen – m.n. het Helvoirt Broek – waren te nat. Gevolg: er kwam in Helvoirt geen grote florerende landbouw. Bijna iedereen boerde wel wat, maar het leverde meestal te weinig op.

Daarom moesten veel Helvoirtenaren destijds hun kostje ook op een andere manier bij elkaar scharrelen. Ik denk dat velen het – noodgedwongen – ook buiten het eigen dorp zochten. Er zijn twee steden in de buurt – destijds op twee uur gaans – en een paar rijkere dorpen zoals Vught en Oisterwijk. Daar kon je als werkman of poetsvrouw wat verdienen. Helvoirt werd dus geen in zichzelf gekeerd boerengat. Niet ‘schauw’. Maar ondernemend. Dat zou dus het eerste DNA-gen van Helvoirt kunnen zijn: ondernemend.

Helvoirt kreeg in de vorige eeuw nauwelijks industrie of andere grote werkgevers. Er kwam hier dus geen geknecht proletariaat, ook geen arbeiderswijk. Wel waren hier altijd veel ambachtslui, neringdoenden: kleine zelfstandigen. In Helvoirt zijn nu 580 bedrijfsvestigingen: de meeste ambachtelijk, handel en dienstverlening. Meestal een of een paar medewerkers.

Veel Helvoirtenaren zijn dus eigen baas en hoeven niet te doen wat ze gezegd wordt. Dat maken ze zelf wel uit. Dat lijkt mij dus het tweede typische gen van Helvoirt: zelfstandige mensen, eigengereid.

Helvoirt is ook een hechte gemeenschap. Langzaam groeide het dorp van 3000 inwoners in 1955 naar 5000 nu. Er kwamen mensen van buiten bij, want het is hier mooi wonen. Maar Helvoirt groeide geleidelijk, niet schoksgewijs. Eerst werd de kern achter de oude kerk volgebouwd, in de jaren zeventig de uitbreiding naar het westen, later naar het oosten en nu naar het noorden. ‘Import-volk’ kreeg niet de kans om onder mekaar te blijven maar integreerde met de rest van Helvoirt. Het Helvoirtse DNA verwaterde niet of heel weinig. Nog steeds blijkt ook dat een echt Helvoirts DNA-gen: saamhorigheid. Ik zie dat niet zo gauw veranderen. Grote uitbreidingswijken kunnen hier niet meer vanwege het beschermde landschap. Wel zal er meer import komen. Simpelweg omdat de huizenprijzen (75% zijn koophuizen) schrikbarend hoog zijn. Dan krijg je vanzelf veelverdieners van elders. Aan Helvoirt de uitdaging om die nieuwkomers ‘erbij’ te laten horen. En zo het Helvoirtse DNA in stand te houden. Saamhorig, ondernemend, eigengereid.

Sander Wieringa

HelvoirtNet is ook te volgen op onze socials:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *