[vc_row rt_row_background_width=”fullwidth” rt_row_content_width=”default” rt_row_style=”default-style” rt_row_height=”” rt_column_gaps=”” rt_row_shadows=”” rt_row_borders=”” rt_bg_effect=”classic” rt_bg_image_repeat=”repeat” rt_bg_size=”cover” rt_bg_position=”right top” rt_bg_attachment=”scroll” rt_bg_layer=”” rt_bg_video_format=”self-hosted”][vc_column rt_bg_effect=”classic” rt_bg_image_repeat=”repeat” rt_bg_size=”auto auto” rt_bg_position=”right top” rt_bg_attachment=”scroll”][vc_single_image image=”43919″ img_size=”full” alignment=”center” onclick=”link_image”][vc_column_text]HELVOIRT – 16 december 2018. De torenspits van de Nicolaaskerk krijgt nieuwe leien en nieuwe dakkapellen. Werkzaamheden op bijna 60 meter hoogte op een steiger. Dat gebeurde een halve eeuw terug zonder steiger. We laten een tweetal loodgieters van die tijd , geboren en getogen in Helvoirt, aan het woord. Het zijn Jozef Traa en Gerard Bergman, beiden 70 plus.
Jozef Traa
Als manneke van 15 jaar begon Jozef Traa bij loodgietersbedrijf Pieter Pijnenburg. Hij Vertelt: ” Je kreeg opdracht om de goot schoon te maken of bij lekkage te vernieuwen. We liepen binnen via tal van trappen en ladders naar de klokkenzolder en via de booggewelven kwamen we bij de dakkapellen. Een speciale dakladder sjouwden we via het geopende raam van de dakkapel naar buiten. We klommen uit het raam en daalden via deze zogenaamde dakladder af naar de goot. En dan begon je te vegen of te repareren. Je moest echt uitkijken en zeker na regen want de goot was glad. De broek mocht niet achter de haken van de leien blijven hangen. Je stond er niet bij stil en zorgde zelf voor je eigen veiligheid. Met een gewone ladder klom je van de begane grond naar de regengoten dichter bij de grond om die te repareren als dat nodig was. Het was opdracht en je deed het gewoon. Daar kon “open” vuur bij zijn in de vorm van verwarmd soldeergereedschap. Een brandblusser kenden wij wel maar gebruikte deze niet. Wel namen wij een emmer water mee naar boven die al half leeg was bij aankomst op de “werkplek”. Er waren geen moderne hulpmiddelen. We moesten het doen met de mogelijkheden van toen en zelf voor onze eigen veiligheid zorgen. Jozef Traa praat terughoudend over zijn activiteiten in de goot en op het dak van de Nicolaaskerk. ” Je moet maar eens met Gerard Bergman praten dat was mijn leermeester. Die heeft tegen het dak van de spits gehangen en de haan nog mee helpen neerhalen. Dat heb ik nooit gedaan. ” Dus dat advies opgevolgd .
Gerard Bergman
Gerard Bergman weet van wanten. Hij vertelt:” Ik zat op een plankje dat met touwen in de toren was vast gemaakt. Met een vernuftig systeem kon ik me laten zakken en omhoog hijsen. Dat was zwaar werk. Links en rechts van me zaten kistjes met gereedschap op mijn zitplank en de leien die ik op het dak moest bevestigen. Dat gereedschap en die leien moest ik zelf naar boven sjouwen via talloze trappen aan de binnenkant van de toren. Uiteindelijk klom ik dan door een van de dakkapellen naar buiten om me tegen het dak op het simpele plankje te nestelen voor het leidekken. Weet wel. Al die leien op de torenspits wegen tonnen. Met simpel handwerk en de schouders eronder moest dat materiaal naar boven. Dat was echt keihard sjouwwerk. Nu staat er een lift die de leien naar boven hijst. Plus een steiger om rond de torenspits te lopen met veiligheidsdoeken tegen kou en sterke wind.”
Aanvankelijk kwam Bergman met de Nicolaastoren in beeld als 14 jarige vanwege zijn werk bij Pieter Pijnenburg die ook werkgever van Jozef Traa was. In 1972 is hij voor zichzelf begonnen. “Ik volgde eigenlijk Daantje Broeders uit Vught op. Die heeft de torenspits al eerder van nieuwe leien voorzien. Hij hield er mee op en ik heb in feite zijn bedrijf overgenomen. Toen werkte ik al een tijdje voor mezelf terwijl een grote restauratie aan de Nicolaaskerk zich in 1985 aandiende. Het is te gek dat lieden van buiten Helvoirt dat werk aan de toren gaan doen terwijl ik als geboren en getogen inwoner van Helvoirt dat ook kan dacht ik. Voor mij een reden om naar de aannemer te stappen. Leien dekken is een vak maar leer je in de praktijk. Ervaring had ik genoeg. Het lukte mij die aannemer voor me te winnen. Toen moest het bisschoppelijk bouwbureau ook nog over de streep. Dat had iets meer voeten in aarde maar ik kreeg de opdracht nadat ik een prijs indiende. Dus in 1985 heb ik de restauratie van de torenspits gedaan zittend op een plankje en mijn eigen veiligheid in de gaten gehouden. ”
Angelustorentje
Gerard Bergman vertelt verder: “Daar bleef het toen niet bij. Het Angelustorentje is met een kraan naar beneden gehaald om die op de grond te restaureren. Houten staanders heb ik vervangen door zinken vierkante pijlers. Het bisschoppelijk bouwbureau ging met mijn plan pas akkoord nadat ik verzekerde dat je over die zinken staanders kon lopen zonder doorbuiging bij een lengte van zeker vijf meter. Zelf liep ik over die staanders terwijl de aannemer, het kerkbestuur en vertegenwoordigers van het bisdom toekeken. Die Angelustoren staat er nu na een halve eeuw nog heel fier bij.”
Heden ten dage maakt het kerkbestuur van de Nicolaaskerk nog gebruik van zijn kennis opgedaan bij andere kerken zoals de Sint-Jan in Den Bosch. Onlangs kroop Bergman op verzoek nog naar de gouden haan en het kruis op de hoge torenspits. Inspectie leerde dat de haan die hij in 1985 losschroefde van de toren om met een kraan te laten zakken er nu na zoveel jaren nog pico bello bij staat. Er was rekening gehouden dat deze haan naar beneden moest. Dat blijkt niet nodig te zijn. Daar boven heb ik wel staan te genieten dat we toen knap werk leverden. Dat de haan en het kruis kan blijven zitten is een voordeel voor het kerkbestuur. Geen kraan huren en geen restauratiekosten.”
Vrijwilligerswerk
Naast zijn deskundigheid over de bouw steekt Gerard Bergman nog meer tijd in de monumentale kerk. Hij is een van de gidsen bij het beklimmen van de toren. “Het is prachtig werk belangstellenden over de schitterende monumentale toren te vertellen. Ademloos luisteren de gasten naar mijn activiteiten binnen en buiten de toerenspits, nu een halve eeuw geleden. ”
Jozef Traa is heel enthousiast over het monumentale pand. Nu klimt hij niet meer in de dakgoten maar is wel actief vrijwilliger voor de monumentale kerk. Hij vertelt: “Ik geniet ervan als de zon op de kop van het gebouw staat en die zonnestralen door de glas in lood ramen naar binnen schijnt. We moeten proberen het gebouw in stand te houden. Ik hou van dat gebouw.”
Van onze correspondent[/vc_column_text][vc_widget_sidebar sidebar_id=”sidebar-4″][vc_message message_box_style=”3d”]Een bericht plaatsen, een mededeling doen, familiebericht doorgeven of verenigingsnieuws, dat kan bij HelvoirtNet. Tevens zijn wij altijd op zoek naar het laatste nieuws. (een foto en/of logo erbij maakt het vaak leuker). Mailen maar! nieuws@helvoirt.net[/vc_message][vc_column_text]
 
[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]

1 Comment

Avarage Rating:
  • 0 / 10
  • Gerard , 20 december 2018 @ 20:01

    Als je ze nu bezig ziet lijkt het wel of ze voor ieder leitje met de lift naar beneden gaan om een nieuwe te halen mist ze niet in het schafthok zitten met de kerstmis staat dat geraamte er nog omheen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *