[vc_row rt_row_background_width=”fullwidth” rt_row_content_width=”default” rt_row_style=”default-style” rt_row_height=”” rt_column_gaps=”” rt_row_shadows=”” rt_row_borders=”” rt_bg_effect=”classic” rt_bg_image_repeat=”repeat” rt_bg_size=”cover” rt_bg_position=”right top” rt_bg_attachment=”scroll” rt_bg_layer=”” rt_bg_video_format=”self-hosted”][vc_column rt_bg_effect=”classic” rt_bg_image_repeat=”repeat” rt_bg_size=”auto auto” rt_bg_position=”right top” rt_bg_attachment=”scroll”][vc_single_image image=”31312″ img_size=”full” alignment=”center” onclick=”link_image”][vc_column_text]
‘Gewoon aanwezig zijn: dat is genoeg’
De ‘participatiemaatschappij’. Een mooi streven. Maar hoe werkt het daadwerkelijk? Ouderen worden geacht langer thuis te blijven wonen. Ook ouderen met dementie. In de praktijk belanden veel zorgtaken bij de partner, die tot mantelzorger verwordt. Dat is een zware taak, die 24 uur per dag doorgaat. Hoe zit dat met de ‘participatie’ van de mensen om de mantelzorger heen? Durft de mantelzorger hulp te vragen? En krijgt hij die dan ook? We vroegen het de heer Jaap van de Sande (76) uit Helvoirt. Hij is mantelzorger van zijn vrouw Tineke (75), die de ziekte van Alzheimer heeft.
Ruim een jaar geleden kreeg Tineke van de Sande de diagnose Alzheimer. Haar man Jaap werd automatisch mantelzorger. Een taak die steeds intensiever wordt, met het voortschrijden van haar ziekte. ,,Lichamelijk is het niet zwaar. Maar het is wel zwaar dat ik haar eigenlijk geen half uur alleen kan laten”, zegt Jaap. Het gaat zo snel achteruit met Tineke, dat ze een indicatie heeft voor opname in een verzorgingstehuis. ,,Maar daar ben ik nog niet aan toe. Dat zou een echt afscheid betekenen. Anderzijds: als ik een been breek, of een hartaanval krijg, zou er meteen iets moeten gebeuren.”
Ongemakkelijk
Aan een actief leven en goede contacten met familie en vrienden ontbrak het nooit. Toch staat het echtpaar er nu relatief alleen voor, merkt Jaap. ,,Onze twee zoons wonen ver weg en hebben allebei een drukke baan. We hebben een prima relatie met ze. Iedere week gaan we bij een van beiden op bezoek. Even eruit. Dat is ook fijn voor Tineke. Maar eigenlijk missen we een dochter of zoon die om de hoek woont; die iedere dag even binnenloopt.” Hij is tegen vrienden en kennissen open over de ziekte van zijn vrouw en zijn mantelzorgtaken. En vraagt ook gewoon om hulp. Desondanks merkt hij dat vrienden zich terugtrekken. ,,Het contact ebt langzaam weg. Mijn vrouw heeft bijvoorbeeld een goede vriendin die ze voorheen wekelijks zag. Nu moet ik haar vragen ‘Kom je koffie drinken?’. Het initiatief ligt altijd bij mij. Ik denk dat mensen het contact met Tineke ongemakkelijk vinden. Er zijn geen onderwerpen meer om te bespreken. Maar eigenlijk hoeft iemand alleen maar aanwezig te zijn en een kopje koffie te drinken. Dat is genoeg.”
Hij vindt het pijnlijk en soms ook eenzaam, dat zijn omgeving juist nu niet thuis geeft. ,,Het is lastig om een goed netwerk van hulp op te bouwen. Een van de buurvrouwen loopt wekelijks binnen en een van mijn zussen verleent hand- en spandiensten. Daar ben ik dankbaar voor.” Toch: het merendeel van de mensen in zijn omgeving neemt afstand, terwijl hij juist behoefte heeft aan nabijheid. ,,We wonen hier bijvoorbeeld in een fijne buurt. Hoe geweldig zou het zijn als de buurtgenoten de koppen bij elkaar staken en bedachten: ‘Hoe kunnen we met Tineke iets leuks doen en Jaap ontlasten?’. We moeten een participatiemaatschappij zijn, maar ik ervaar dat niet. Hoe dat te veranderen? Ik weet het niet. Maar het zou mij enorm helpen als mensen spontaan steun en tijd aanboden.”
Meer weten of ondersteuning nodig? Werkgroep Dementievriendelijke gemeente (DVG) Haaren is bereikbaar via Ineke Matheeuwsen (tel. 06 – 8369 2717) of via dvghaaren@gmail.com.
(De namen in dit artikel zijn op verzoek gefingeerd). [/vc_column_text][vc_single_image image=”38531″ img_size=”full” alignment=”center” onclick=”link_image”][vc_widget_sidebar sidebar_id=”sidebar-4″][/vc_column][/vc_row]