Slider1
slider2

In het kader van de viering van 80 jaar vrijheid in Vught, Helvoirt, Cromvoirt verzorgen     maandblad ’t Pomphuiske uit Helvoirt en website Helvoirt.Net uit dezelfde plaats komende maanden telkens een artikel hierover met hetzelfde onderwerp. Daar komen verassende zaken bij aan het licht. Zaken waar 80 jaar nagenoeg niet over werd gesproken. In augustus staan de weeskinderen Smolders voor het voetlicht.  Lees en huiver.

Heel Helvoirt blij op Bevrijdingsdag 26-10-1944 behalve weeskinderen Smolders

Foto: Sjaantje Smolders en haar broer bekend als Broer Smolders werden samen in een klap twee weeskinderen op de dag van de bevrijding van Helvoirt. Zij waren 13 en 15 jaar.

HELVOIRT – 15 augustus 2024. Vier jaar als kind onder het juk van de Duitsers leven tijdens de tweede wereldoorlog in het dorp Helvoirt levert angstige tijden op.

Een granaatscherf berooft tijdens de bevrijding je vader van het leven en jij bent samen met je broer plotseling wees. Dat overkwam de nu 95 jarige Sjaantje de Vaan – Smolders en haar broer op de dag van de bevrijding 26 oktober 1944. Dit drama kwam nagenoeg niet meer ter sprake op welke gelegenheid dan ooit. Er werd gewoon niet over gesproken. Het leek wel een ongeschreven wet over zulke ellende niet te praten. In de huidige tijd gaat men anders om met de ellende van bekenden maar dan mondjes maat. Lang niet iedereen kaart de ellende dat anderen overkomt aan..

In de tweede wereldoorlog woonde het gezin Smolders in de het pand van de fietsenzaak aan de rijksweg Den Bosch – Tilburg op de hoek met de Torenstraat. Vader Smolders, roepnaam Janus, runde de rijwielzaak. De fietsen van zijn eigen gezin begroef hij in een kuil in zijn tuin om te voorkomen dat de Duitsers deze afpakten. Het was een erg spannende tijd toen steeds duidelijker werd dat de Duitse soldaten het onderspit delfden. Er waren berichten bij het verzet bekend dat de bevrijders in sommige Brabantse gebieden de baas waren. Zo ging het gerucht.

Getroffen door granaat
Op die bewuste 26ste oktober 1944 kwamen de granaten vanuit Haaren, dat al bevrijd was, richting Helvoirt. Destijds stond het gemeentehuis van Helvoirt in de Torenstraat op de plek tegenover de huidige ingang naar de wijk Broekwal. Daar zaten Duitsers. Die moesten vertrekken van de bevrijders. Daarvoor gebruikten die soldaten granaten. Alleen die troffen niet altijd het gemeentehuis maar soms ook de smederij van Harrie Smolders die stond naast het gemeentehuis. Dat pand kreeg enkele voltreffers te verwerken. Een daarvan trof weduwnaar Janus Smolders die dacht in het huis van zijn broer veiliger te zijn. De klok gaf 10.00 uur aan. Hij lag in stukken in de woonkamer naast de ingang van de schuilkelder.

Het gezin Smolders met links dochter Sjaantje Smolders en haar moeder. Rechts Janus Smolders met zoon Broer Smolders. Zij waren op de terugweg van de kermis.

“Door het aanhoudend oorlogsgeweld verbleef de familie Smolders in de schuilkelder van Ome Harrie, een broer van mijn vader, die met zijn acht kinderen een veilig onderkomen had bij het kasteel Zwijnsbergen in Helvoirt en een woning met smederij bezat naast het gemeentehuis van Helvoirt. Hetzelfde pand waar nu, anno 2024 de winkel van Hullenaars is.” Zo vertelt Sjaantje de Vaan – Smolders die met haar 95 jaar nog zelfstandig woont in Helvoirt. Haar broer bekend als Broer Smolders is helaas ook al gestorven.

Vriendelijke Duitsers
Sjaantje de Vaan – Smolders vertelt verder: “De schuilkelder was ondergronds. Juist daar wilde ons vader met ons naar toe gaan vanwege het intensieve granatenvuur. Tante Kee en tante Marie, woonden in een huis naast de fietsenzaak in de Torenstraat maar waren op dat moment van die heftige beschietingen ook bij ons in het huis van ome Harrie. Dat waren lang niet alle aanwezigen. Zo was Mien van Rossem, ook familie van ome Harrie, in die woning. En vooral niet te vergeten de evacués uit Berlicum de heer en mevrouw Hoffman met hun baby. Als laatste moet ik noemen ons buurmeisje Anna Schoonis. Zij kwam nieuwsgierig als zij was, vragen hoe de nacht was geweest. Welgeteld in totaal 10 personen op weg naar een grote ondergrondse schuilkelder in het huis van ome Harrie. Juist mijn vader vond de dood door een voltreffer. Toen besloten wij samen naar de schuilkelder onder het gemeentehuis van Helvoirt te gaan.”

“De daar aanwezige Duitsers waren vriendelijk. Zij boden koffie aan. Wij mochten er gebruik van maken. Het oorlogsgeweld bleef aanhouden doordat de bevrijders met hun tanks steeds dichter bij het kruispunt kwamen waar de fietsenzaak stond. Plots zagen we de Duitsers spullen pakken en haastig het gebouw verlaten. Wij snapten er niet veel van.”

“De Duitsers waren amper weg of een Engelssprekende soldaat keek om de hoek van de ingang van de schuilkelder onder het gemeentehuis van Helvoirt. Mevrouw Hoffman die mee naar het gemeentehuis was gegaan gaf mijn broer Broer Smolders opdracht uit de kelder te gaan en de bevrijders in het Engels te vertellen dat zojuist de Duitsers op de vlucht waren vertrokken. Vrij snel daarna reden de tanks van de bevrijders de Torenstraat in en betrokken de Engelstalige bevrijders het gemeentehuis. Wij mochten als broer en zus een paar dagen in de schuilkelder blijven. Wij kregen eten uit de veldkeuken van de Schotse bevrijders. Wij verzorgden op de dag van overlijden van ons vader samen voor zover mogelijk zijn levenloos lichaam.”

Ik ga dood
De ordedienst (OD) haalde vrij snel na al dat oorlogsgeweld en die ravage die dat opleverde mijn vader op en bracht deze naar de nonnen in de Kastanjelaan in Helvoirt. Daar was een soort of wat hospitaal en verzamelplaats van overleden mensen. Buurmeisje Anna Schoonis die kwam vragen hoe wij de nacht doorbrachten werd ook getroffen door een granaatscherf waarvan een “winkelhaak “in haar wang de stille getuige vormde. Bloedend als een rund riep ze aanhoudend: “Ik ga dood, Ik ga dood”. Schotse soldaten hebben haar naar een ziekenhuis in Eindhoven gebracht. Er was geen vervoer voor zulke slachtoffers. Later is het buurmeisje met soldaten terug naar Helvoirt gekomen.”

Weeskinderen
Sjaantje de Vaan – Smolders gaat verder.:” Niemand van de familie wist dat onze vader dood was. Er is een afscheidsviering gehouden met als getuigen: ikzelf, mijn broer (Broer) en de twee zussen van mijn vader. Mijn vader kreeg zijn laatste rustplaats op het kerkhof van de Nicolaaskerk nog voor de viering vanwege de vele wonden aan zijn lichaam Daar lag onze moeder ook. Amper acht maanden eerder stierf onze moeder Maria Martina Scheffers op 11 februari 1944. Onze moeder onderging een operatie aan de galstenen. Gelijktijdig bleek dat ze hartpatiënten was. Met onze ouders op het kerkhof kregen wij de stempel: weeskinderen.

Winkel van Sinkel
“Tante Kee en tante Marie, twee ongetrouwde zussen van mijn vader, runden een winkel van Sinkel aan de Torenstraat naast de fietsenzaak van mijn vader. Daar kon je alles kopen, tot medicijnen toe. Mijn broer Ad ( beter bekend als Broer Smolders) en ik zijn opgenomen door dit tweetal. Mijn broer was 13 jaar en ik telde 15 levensjaren. Ik zat op de huishoudschool in Vught. Mijn broer op de Mulo in deze plaats . Uit school moest ik aanpakken voor hulp bij het vele werk dat de winkel met zich meebracht. Wij zijn er 15 jaar opgevangen. Nooit is het gesprek aan tafel gegaan over het verlies van onze moeder, onze vader of de oorlog. Het leek wel of dat verboden gebied was. Stilzwijgen was het devies. Dat gold ook voor mijn broer en ik. Als weeskinderen spraken wij daar niet over.

Rugzak vol met verdriet
Heel veel pijn deed ons de verdwijning van de trouwringen van onze vader en die van onze moeder die onze pa om zijn vinger droeg. Die rugzak vol met verdriet droeg ik samen met onze Broer ongelooflijk lang.”

Trouwfoto van het echtpaar Smolders- Scheffers. Zij kregen twee kinderen maar maakten de vreugde van de bevrijding van Helvoirt niet mee.

Een voltreffer van de bevrijders maakte een eind aan het leven van weduwnaar Janus Smolders en daarmee zijn beide kinderen wees. Hij was immers al acht maanden door ziekte zijn vrouw kwijt. En dat op de bevrijdingsdag van Helvoirt.

Engelse les
“Direct na de bevrijding waren de Engelssprekende soldaten gemeen goed in het dorp. Je kon in Helvoirt Engelse les volgen. Handig als het communiceren met de bevrijders met handen en voeten niet wilde lukken. In een schoolgebouw aan een zijstraat van de Achterstraat waren de lessen die ik daar volgde. Het huiswerkschrift heb ik al tachtig jaar als aandenken bewaard.
De rijwielzaak van mijn vader werd vaker het slachtoffer van de oorlog. Bij de voorbereidingen voor kerst 1943 sjeesde een militair voertuig aan de kant van de Torenstraat de winkel binnen. Twee dronken Duitse soldaten liepen de winkel in. Wij waren bezig met het zetten van de kerststal. De schade was groot. Hoe dat is afgewikkeld heb ik nooit gehoord.”

Gevangenen naar Kamp Vught
Wekelijks zag Sjaantje Smolders gevangenen van het station Vught naar kamp Vught lopen. Goed herkenbaar door het gevangenisuniform. Duitse soldaten met de geweren in de aanslag als begeleiding plus de waakhonden beloofden niet veel goeds. Ik vond het een angstig gezicht en fietste maar wat graag snel door naar huis in Helvoirt.

Tekst: Christ Pijnenburg zoon van Aert Pijnenburg
Foto’s beschikbaar gesteld door Sjaantje de Vaan – Smolders.
Dit artikel leest u nu vanaf de website HelvoirtNet.
Het maandblad ’t Pomphuiske van augustus 2024 bevat ook een artikel met hetzelfde onderwerp maar geschreven door een andere schrijver.

Dit alles in het kader van 80 jaar bevrijding Vught, Helvoirt, Cromvoirt.

Download onze gratis app

1 Comment

Avarage Rating:
  • 0 / 10
  • Ell Slegers , 15 augustus 2024 @ 19:32

    Ik vind de vrouw Sjaantje die dit verteld erg moedig, Ze heeft er zich doorheen geslagen hoe moeilijk het ook was.
    Jammer dat haar broer is overleden. Samen is het makkelijker.
    Dank je dat je het hebt verteld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *