Slider1
slider2

Aan het college van B&W van Vught

HELVOIRT/CROMVOIRT/VUGHT – 25 februari 2022. Schriftelijke vragen van de fractie CDA Vught, naar aanleiding van het vorige week verschenen rapport van buro Connecting Agri en Food in opdracht van de provincie, en de reactie van het provincie bestuur hierop.

Geacht college,

In 2017 hebben PS van Noord-Brabant besloten dat Brabantse veehouders 6 jaar eerder dan de rest van Nederland hun stallen aan moeten passen.
De maatregel werd destijds gepresenteerd als zijnde noodzakelijk om de natuur te beschermen tegen een te hoge stikstofdepositie door ammoniak. Inmiddels is duidelijk dat de landbouw een substantieel deel vergunde stikstof moet inleveren waarmee vooral nog niet vergunde activiteiten, buiten de veehouderij, alsnog gelegaliseerd kunnen worden. Denk daarbij aan industriële bedrijven en nieuwe wegen.
De stikstof discussie speelt ook landelijk. Het nieuwe kabinet heeft 25 miljard uitgetrokken voor opkoop van piekbelasters, extensivering en stimulering en ontwikkeling van innovatieve stalsystemen. Aangezien Brabantse veehouders 6 jaar eerder hun stallen aangepast moeten hebben kunnen zij hier geen gebruik van maken en zal Brabant door het rigide tijdspad, achterop lopen in Nederland in plaats van voorop. Onder tijdsdruk moet hier gekozen worden voor minder duurzame oplossingen. De gedeputeerde landbouw van de Provincie heeft nu ook toegegeven dat de tijd in Brabant te kort is voor metingen en daarmee de ontwikkeling van nieuwe systemen. In plaats van de landelijke tendens om te kiezen voor doel voorschriften, blijft Brabant nu onder tijdsdruk vasthouden aan middelvoorschriften. En slaat daarmee de innovatie dood. En dat in de meest slimme regio van Nederland.

Onze vragen aan het college richten zich echter op een andere uitspraak van de gedeputeerde. De Provincie zegt te gaan zorgen dat alle benodigde vergunningen voor de stal aanpassingen tijdig verleend worden. Even voor het beeld, als de in het rapport genoemde ruim 2200 bedrijven in Brabant, die nog aanpassingen moeten doen, vanaf morgen hun aanvraag indienen, moeten er vanaf overmorgen 3,2 vergunningen per dag afgegeven worden om per 1-1-2024 alles vergund te hebben. Dit los van de bouwtijd die dan nog benodigd is en beschikbaarheid van materialen. In de ogen van CDA Vught een onmogelijke opgave .

Vragen:
1. Voor verreweg de meeste genoemde vergunningprocedures die nog afgewerkt moeten worden is de gemeente het bevoegd gezag. Is bij het college in beeld hoeveel aanvragen in de gemeente Vught nog verwacht kunnen worden gelet op de provinciale maatregelen?
2. Is het college bereid te informeren bij de gedeputeerde op welke manier de toezegging van de Provincie inzake doorlooptijd van een half jaar vorm gegeven gaat worden en dit terug te koppelen aan de gemeenteraad?

3. Gelet op de nu al erg lange doorlooptijd van aanvragen door onvoldoende ambtelijke capaciteit bij gemeente en ODBN, voorziet het college dat de verwachte nieuwe aanvragen in Vught op tijd afgewerkt kunnen worden, dus uiterlijk voor 1-1- 2024?
3A. Zo ja, hoe gaat dat geborgd worden en wat gaat de gewijzigde aanpak worden als we momenteel constateren dat de gangbare termijnen nu al ver overschreden worden?
3B. Zo nee, bent u bereid, eventueel in samenspraak met andere gemeenten, bij de Provincie aan te geven dat u hiervoor gemeentelijke capaciteit en slagkracht ontbreekt, en nadrukkelijk pleit voor aansluiting bij het landelijk beleid en afzien van een Brabantse uitzonderingspositie op de stikstof aanpakt.

Namens de fractie van CDA,
Jan van Iersel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *