Terugdringen criminaliteit in vrijkomende agrarische gebouwen
In mijn vorige artikel schreef ik ondermeer over de problematiek die voortvloeit uit de provinciale stikstofverordening. Het verkorten van de termijn waarbinnen de terugdringing van de stikstofuitstoot volgens de provincie moet plaatsvinden, dwingt veel boeren om vervroegd te kiezen tussen extra investeringen te doen of te stoppen. Het gaat dan niet alleen om investeringen om de stikstofuitstoot te verminderen, maar ook om vòòr 2024 de asbesthoudende daken te vervangen. Daarnaast speelt dat de marges klein zijn, de sector snel vergrijst en dat veel ondernemers moeite hebben om een bedrijfsopvolger te vinden. Vaak zal er noodgedwongen een keuze voor stoppen gemaakt worden. Het gevolg zal zijn leegstand, verpaupering en toename van ongewenste, (criminele) activiteiten in het buitengebied.
Deze landelijke ontwikkelingen kunnen we niet lokaal keren, maar we kunnen wel nadenken over de gevolgen die het heeft voor onze Haarense inwoners. Daarom heeft het CDA Haaren in januari 2015 een motie ingediend waarin we het College verzochten om ter voorbereiding op de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied nadrukkelijk aandacht aan de vrijkomende agrarische bebouwing te besteden en daarvoor beleid te ontwikkelen. De motie kreeg raadsbrede steun. Het College heeft de handschoen opgepakt en heeft met stakeholders intensief overleg gevoerd en een beleidsvoorstel opgesteld. Daarover hebben we op 2 februari 2017 ook in de Raad gesproken.
In het beleid dat we vastgesteld hebben zijn de kaders voor de mogelijkheden voor herontwikkeling van vrijkomende agrarische gebouwen opgenomen. Er is een onderscheid tussen burgerwoning of bedrijfswoning en tussen bijgebouwen groter of kleiner dan 200 m2. Ook speelt de locatie en de omgeving (landschappelijke inpassing) een rol in de mogelijkheden voor herontwikkeling. Voor de details verwijs ik u graag naar de website van de gemeente en de stukken van de raadsvergadering van donderdag 2 februari j.l.(agendapunt 6). Een compliment over de wijze waarop het College dit heeft opgepakt, is hier op zijn plaats. We zijn één van de eerste gemeenten, die hierover beleid hebben ontwikkeld.
Een onderdeel van het beleid dient nog nader uitgewerkt te worden en dat is een sloopregeling. Zonder deze sloopregeling, zal er -is onze verwachting- maar beperkt gebruik van de mogelijkheden gemaakt worden; zeker nu door alle hierboven genoemde ontwikkelingen, het investeringsperspectief aanmerkelijk bekort wordt. Er zal een financiële drager nodig zijn om de gewenste herontwikkeling mogelijk te maken. Zo hebben de Rabobank en de ZLTO laten weten hierover graag mee te willen denken.
Voor steun om deze ontwikkeling ook daadwerkelijk vorm te kunnen geven, zullen we onze contacten bij de CDA fracties in Provinciale Staten en in de Tweede Kamer inzetten.
Op 6 maart 2017 is om 20.00 uur onze eerstvolgende achterbanvergadering in HelvoirThuis in Helvoirt. U bent van harte welkom!
Hein van Poppel
Fractievoorzitter